Het Erfgoedhuis, gelegen in de Gouden Bocht, is een bijzonder fraai rijksmonumentaal grachtenpand, met een ongekende grandeur en authentieke sfeer. Het majestueuze grachtenpand kent een rijke geschiedenis qua bewoners en gebruikers. Verschillende verbouwingen aan het interieur en exterieur hebben plaats gevonden waarbij originele details bewaard zijn gebleven en het pand zijn karakter heeft behouden.
Het Erfgoedhuis werd gebouwd in 1669. De kavel waarop het huis staat, werd in 1665 voor 7400 florijnen gekocht, een gewild perceel in de Gouden Bocht. Terwijl in 1670 de eerste opstallen werden gebouwd, kreeg het huidige pand zijn basis in 1756 in opdracht van de Weduwe van Jacob Vosterman. Daarna is de huisstijl terug te leiden naar het ontwerp en de bouw door Marcus Muyssart.
Het grachtenhuis beschikt over een fraaie lijstgevel in Lodewijk XV-stijl, een bouwstijl die vaak te zien is in de grachtengordel. Tijdens de 18e eeuw overheerste de Franse architectuur in Amsterdam. Na de stoere, zware Lodewijk XIV-stijl kwam de lichtere, meer vrouwelijke Lodewijk XV-stijl op, met een barokke en asymmetrische manier van bouwen. Deze stijl is vaak moeilijk te herkennen, maar asymmetrische versieringen, lichtere ornamenten en zachte pasteltinten verraden het Lodewijk XV-karakter.
Gouden Bocht
Dit grachtenhuis is gebouwd op een enkele kavel, in tegenstelling tot de rest van de Gouden Bocht aan de Herengracht, waar de buurhuizen dubbele brede huizen zijn. Hierdoor heeft het pand een meer menselijke maat dan de veelal grote buurpanden. Na de oorspronkelijke bouw in 1669 hebben in 1756 ingrijpende veranderingen plaatsgevonden aan het interieur en exterieur.
De halsgevel werd bijvoorbeeld vervangen door een lijstgevel. Bierbrouwer Van Marwijk Kooy kocht het pand in 1879 en liet het rond 1880 verbouwen door architect Jan L. Springer. De familie gebruikte het pand als woning. De belangrijkste ingreep was de sloop van de hoge stoep, waarbij de ingang naar het souterrain werd verplaatst. Ook werden 18e-eeuwse schuifvensters met roedeverdeling vervangen door T-vensters, waardoor de gevel een 19e-eeuws karakter kreeg.
Intern voert het pand je terug naar oude tijden. Het is frivool en imponeert. De familie Wertheim-Van Heukelom waren de laatste bewoners voordat het pand in gebruik werd genomen door een gerenommeerde Amsterdamse kunsthandelaar en later door een wijnkoper.
De bel-etage is groots en voornaam, met hoge plafonds die een gevoel van ruimte en grandeur geven. Zowel in het voorhuis als in het achterhuis zijn er drie grote, rijk versierde stijlkamers in rococostijl, die een frivole charme uitstralen.
Aan de grachtzijde bieden drie grote ramen over de volle breedte een prachtig uitzicht op de gracht, waardoor men zich waant in de Gouden Eeuw. Aan de tuinzijde bevindt zich wederom een stijlkamer die imponeert, met mooi strijklicht dat de kamer extra allure geeft.
Zowel in het voorhuis als in het achterhuis zijn er drie grote, rijk versierde stijlkamers in rococostijl, die een frivole charme uitstralen.
De tuin is een verborgen schat, een oase van rust en groen in de stad. De binnentuinen aan de grachten staan al bekend als blue zones, en deze keurige binnentuin zal men zeker verrassen.
Gelegen op het zuiden, heeft de tuin een diepte van circa 23 meter. Het groen van de omliggende tuinen biedt de nodige privacy en creëert een bijna parkachtige sfeer. Aan de tuinzijde bevindt zich wederom een stijlkamer die imponeert, met mooi strijklicht dat de kamer extra allure geeft.