In 1962 kocht onze vader, Ton de Gier, afgestudeerd Stedenbouwkundige, een stukje grond aan de Willem Mulierhof. De stad was toentertijd nog vies en hectisch. Daarom had hij het plan opgevat om in West zijn familiehuis te bouwen. Niet ver van de stad maar wel buiten in het groen waar nog veel ruimte was.
Als Hoofd Stadsontwikkeling bij de Gemeente Amsterdam had onze vader een duidelijke visie voor de stad. Hij begreep als geen ander dat de stad moest investeren in mobiliteit en dat de stad uit zijn voegen knapte. Hiermee stond hij aan de basis van nieuwe wijken zoals, West, Buitenveldert en de Bijlmer. Maar ook van de Metrolijn.
Cornelis van Eesteren
De Gier was eerder leerling van Cornelis Van Eesteren (1897-1988). Van Eesteren was een beroemd architect en stond bekend om zijn functionalistische stedenbouwkundige ontwerpen. Hij was lid van De Stijl en heeft onder andere de Westelijke Tuinsteden ontworpen. Van Eesteren ontwierp altijd vanuit de beleving. In zijn ontwerpen moest altijd iets verrassends zitten, iets van avontuur. Maar mensen moesten zich er ook thuis voelen.
Het gedachtegoed van deze leermeester zie je niet alleen terug in het werk van De Gier als Stedenbouwkundige, maar ook in het ontwerp van zijn huis. Licht, soberheid, vakmanschap en ruimte overheersen. Maar het huis, dat gelijkvloers is, is ook dynamisch vormgegeven met allerlei speelse hoekjes en kamers. Het heeft een heel prettige sfeer. Na 2 jaar, in 1964, nam het gezin van zes haar intrek.
Onze vader hield niet van gekkigheid en was heel principieel. Terwijl de kinderen van onze buren toentertijd in Amsterdam-Zuid naar school gingen, zaten wij hier gewoon op school. Hij geloofde heel erg in deze wijk.
‘Dit huis betekent veel voor ons. Het is onze basis. We hebben het hier heel fijn gehad. Ook onze moeder is hier oud mogen worden. Het is tijd om het huis nu aan anderen te gunnen. Mensen die hier weer nieuwe herinneringen gaan maken en samen kunnen genieten zoals wij er als gezin van hebben genoten.’
Onze mooiste herinnering? Dat is misschien wel het schaatsen voor de deur. Het ijs is hier snel sterk genoeg. We stapten vanuit de tuin zo het ijs op. En via de boerenslootjes schaatsten we dan richting het Sloterplas. Prachtig.’